Dit ben ik niet.
Dit ben ik niet.
Ik sta voor de spiegel .
Ik kijk mezelf in mijn ogen. Mijn ogen, de ogen waarmee ik ben geboren. De ogen die alles hebben gezien wat ik heb gezien. Die ogen herken ik, die zijn van mij. Maar de rest van wat ik zie in de spiegel?
Nee.
Dit ben ik niet.
En morgen.
Of overmorgen.
Uiterlijk volgende week.
Maar hopelijk morgen. Als moeder het niet meer tegen zal kunnen houden.
Dan zal ik eindelijk terug mezelf weer mogen worden.
Meer zal ik niet zijn meer hoeven zijn.
Eindelijk.
Ik.